Leidt de behandeling voor borstkanker op de lange termijn tot hartproblemen? En als dat zo is, in welke mate? Is er dan extra zorg nodig? Moet de huisarts deze vrouwen, omdat ze niet meer voor nacontroles in het ziekenhuis komen, naar de cardioloog verwijzen? Over deze belangrijke vragen met grote gevolgen voor de zorg na kanker ontbreekt wetenschappelijke onderbouwing. Daarom hebben we 6-9 jaar geleden de BLOC-I studie uitgevoerd in de eerste lijn. We vergeleken de hartfunctie van 350 vrouwen meer dan 5 jaar geleden behandeld voor borstkanker met chemo en/of radiotherapie met die van 350 vrouwen zonder kanker. Daaruit bleek dat voor borstkanker behandelde vrouwen een licht verhoogd risico hadden op milde verminderde hartfunctie. Volgens huidige richtlijnen is behandeling hiervoor niet nodig. Omdat de BLOC I-studie een eenmalige meting was, kon eventuele achteruitgang van hartfunctie niet worden geanalyseerd. Daarom willen we een tweede hartfunctiemeting uitvoeren bij dezelfde vrouwen.
Leidt de behandeling van borstkanker op lange termijn tot hartproblemen?
Het doel is om op te helderen of de hartfunctie bij overlevenden van borstkanker moet worden gemonitord door huisartsen. Dit zal worden bereikt door te beoordelen of een niet voorgeselecteerde populatie van langdurige overlevenden van borstkanker een verhoogd risico heeft op het ontwikkelen van hartfunctiestoornissen, of er in deze groep subgroepen zijn met een hoog risico en welke factoren geassocieerd zijn met het hoogste risico.